Frietbakkers helpen onvermoeibaar: nieuwe reis naar Oekraïne in januari 2025
REGIO – Franky van Hintum en Coen van Oosten reizen sinds maart 2022 regelmatig naar Oost-Oekraïne om mensen in nood te helpen. Ze zijn vooral bekend om hun friet- en snackacties, maar bieden inmiddels veel meer hulp.

Franky besteedt ongeveer 40% van zijn tijd aan deze hulpreizen. De rest van de tijd runt hij zijn Fish & Chips op de Hurk in Eindhoven. “Er moet altijd veel geregeld worden,” zegt hij. Toen de oorlog uitbrak, was zijn eerste gedachte: “Ik moet helpen.” Misschien werd Franky extra gemotiveerd omdat zijn vrouw Oekraïens is, maar hij zou het ook zonder haar hebben gedaan. “We hebben die kar en kunnen dus ook iets doen.” Coen dacht hetzelfde, dus gingen ze met de frietkar naar Oekraïne, naar de Poolse grens, waar de situatie het zwaarst was. “We dachten dat het eenmalig zou zijn, maar het heeft ons niet meer losgelaten.” De friet betalen ze uit eigen zak, de snacks worden gratis geleverd door een grote fabrikant.
Hulp aan de frontlinies
In januari 2025 gaan ze weer naar Oekraïne. Dit keer ligt de focus ook op ouderen in het oosten van het land. Ze helpen bij evacuaties van oorlogsslachtoffers uit frontlinies zoals Pokrovsk en Myrnohrad. Een evacuatie die ze nooit zullen vergeten, was die van een oude vrouw, wiens zoon werd gedood door een drone-aanval terwijl hij water ging halen. Ook evacueerden ze een oma, dochter en een meisje van 12, terwijl bommen in de straat ontploften.
Evacuaties en opvang
Franky en Coen bakken dagelijks meer dan 2.000 porties friet voor kinderen, vluchtelingen en militairen. Het gaat niet alleen om de maaltijd, maar om het gevoel van steun dat ze willen overbrengen aan de Oekraïners. Naast het uitdelen van friet bieden ze ook hulpgoederen, voedsel, financiële bijstand en onderdak. Ze hebben een opvanghuis geopend in een voormalig hotel, waar 70 mensen tijdelijk kunnen verblijven en medische zorg krijgen. Veel van de bewoners zijn Oekraïners die in hun land willen blijven.
De dagelijkse realiteit
“In een veilig gebied verkopen we dagelijks 2.000 porties friet,” zegt Franky. “Dichtbij de frontlinie is dat soms maar 200, vanwege de dreiging van artillerie.” De friet komt uit Kiev, de eerste dagen halen ze 400-500 kilo, daarna wordt het via een tussenlocatie gebracht, omdat het te gevaarlijk is om het helemaal naar de frietkar te vervoeren. De snacks vervoeren ze met hun eigen koelwagen vanuit Nederland.
De taakverdeling is simpel: Franky zorgt voor het praktische deel, Coen voor de technische zaken. Op locatie is Franky de frietbakker, Coen deelt de porties uit.
“Wat we hebben meegemaakt, zullen we nooit vergeten,” zegt Franky. “We hebben geweldige mensen ontmoet die veel hebben doorgemaakt, maar steeds weer verbazen ze ons met hun kracht en optimisme. Oorlog is verschrikkelijk, en daarom blijven we doorgaan.”
De komende reis naar Oekraïne
Eind januari 2025 gaan ze opnieuw naar Oost-Oekraïne. Ze zullen werken in hun eigen shelter, 80 km van het front, waar ze een voormalig hotel hebben omgebouwd. Het doel is om mensen uit de gevaarlijkste gebieden tijdelijk op te vangen, totdat een permanente oplossing gevonden is. “Het zijn vooral Oekrainers die niet willen vluchten uit hun land.”
Dierenopvang en andere hulp
Franky en Coen helpen ook met dierenopvang. Ze hebben 400 honden en 60 katten gered, en binnenkort verhuizen ze naar een nieuwe boerderij. Daarnaast helpen ze Oekraïners met het betalen van boodschappen, het opknappen van huizen en het uitvoeren van kleine reparaties. “Geen grote verbouwingen, maar we doen wat we kunnen,” zegt Franky.
Financiele steun
Ze worden financieel ondersteund door particuliere giften en giften uit het bedrijfsleven. Op 23 februari organiseren Franky en Coen een groot evenement in Utrecht om hun werk te ondersteunen. De avond wordt gepresenteerd door Tooske Ragas en er treden verschillende artiesten op. De opbrengst komt ten goede aan hun stichting en de hulp in Oekraïne. Ze blijven doorgaan totdat het niet meer nodig is. “Er is nu minder aandacht voor Oekraïne, maar tot de oorlog voorbij is, blijven wij doorgaan met ons werk.”